DC1_8527

onderzoeken

Placentalokalisatie

Bij de 20-weken echo kan geconstateerd worden dat de placenta te dicht bij de baarmoedermond ligt. Als dit zo is kan dit een belemmering geven bij de bevalling. Daarom wordt bij 32 weken een echo placentalokalisatie gedaan. Bij deze meeste zwangeren zien we dat door de groei van de baarmoeder de placenta dan ver genoeg van de baarmoedermond afligt. De echo wordt vaginaal gemaakt, dit omdat dit de meest betrouwbare meting geeft. Een lege blaas is hierbij gewenst.

Placentalokalisatie

Naast de placentalokalisatie zal de echoscopiste ook aandacht hebben voor de groei. Zie voor meer informatie bij het kopje “groeiecho”.

Voor deze echo is een verwijzing van de verloskundige noodzakelijk.