DC1_8409

Onderzoek naar het down-, edwards- en patausyndroom

NIPT

Dit onderzoek valt onder de prenatale screening. Als zwangere heb je de mogelijkheid om vroeg in de zwangerschap onderzoek te doen naar aangeboren afwijkingen bij je kindje. Je kunt kiezen om de NIPT te laten doen. Belangrijk is om de informatie die je van de verloskundige of gynaecoloog krijgt goed door te lezen en stel bij onduidelijkheden vragen zodat je (samen) weloverwogen een keuze kunt maken.

NIPT

De NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test) is een test, waarbij bloed van de zwangere wordt afgenomen en onderzocht in een laboratorium. In het bloed van de moeder is ook DNA (erfelijk materiaal) van het kindje aanwezig. Met de NIPT kan dit DNA van het kindje worden onderzocht op trisomie 21 (downsyndroom), trisomie 18 (edwardssyndroom) en trisomie 13 (patausyndroom). De NIPT biedt geen 100% zekerheid.

Bij een afwijkende NIPT uitslag kan het voorkomen dat het kindje toch geen aangeboren afwijking heeft. Daarom is bij een afwijkende uitslag, om zekerheid te krijgen, een  vlokkentest of vruchtwaterpunctie nodig als bevestiging van de NIPT uitslag. De meeste uitslagen zijn goed. Bij een goede uitslag is de kans dat het kindje toch een afwijking heeft zo klein (kleiner dan 1 op 1000) dat een vervolgtest niet geadviseerd wordt. Als zwangere vrouwen met een verhoogde kans op een trisomie 21, 18 of 13 de NIPT laten doen en de uitslag is goed, is een vlokkentest of vruchtwaterpunctie niet meer nodig.

Meer informatie of ondersteuning bij het maken van een keuze lees dan verder op:

De NIPT test wordt door de zorgverzekeraars vergoed. Eventueel vervolgonderzoek na de NIPT wordt vergoed nadat je eigen risico is verbruikt.